1

==

Seks in een doos. Dat was het. Prikkelende, adembenemende, decadente seks in een doos.

Lorna Rafferty schoof het vloeipapier opzij en de bedwelmende geur van leer dreef haar neusgaten in en zond een bekende tinteling door haar hele lichaam. Het gevoel – de kick – verveelde nooit, hoe vaak ze het ritueel ook uitvoerde.

Ze raakte het strak gestikte leer aan en glimlachte. Ze kon er niets aan doen. Dit was zondig genot op zijn sensueelste, tastbaarste, hedonistische best. Haar huid ging er van top tot teen door tintelen.

Haar vingertoppen gingen over het gladde oppervlak, ze gleden over de elegante voetboog als een kat die zich uitrekt in de middagzon, en ze moest glimlachen om de scherpe maar bevredigende prik van de naaldhak. Ja. Jáááá.

Dit was helemaal geweldig.

Ze wist natuurlijk dat het verkeerd was. Twaalf jaar op een katholieke school waren niet voor niets geweest; later zou ze de prijs voor dit genot betalen.

Ach, wat zou het, dat voorzag ze al járen.

Die schuld zou achteraan moeten sluiten bij de rest.

Ondertussen had Lorna deze Delman-sandalen met open neus, enkelbandje en hoge hak om zich mee te troosten. Ze kon zo het hellevuur in lopen als het moest, op schoenen waar je een moord voor zou doen.

Een van de weinige dingen die ze zich van haar moeder kon herinneren, waren haar schoenen. Klassieke zwart-witte pumps. Roze sandaaltjes met kleine stilettohakjes. En Lorna’s favoriet: lange, smalle satijnen schoentjes met hakken als kleine art-decokomma’s, en strikjes op de neus die iets gerafeld waren in de jaren sinds haar trouwdag.

Als ze haar ogen sloot, zag Lorna nog voor zich hoe ze haar eigen kleine voetjes in de neuzen van die schoenen schoof, en voelde ze hoe de hakken verraderlijk achter haar aan klapperden terwijl ze door de slaapkamer van haar ouders over een versleten oosters tapijt richting de vervagende schim van goudblond haar, brede glimlach en de wolk Fleur de Rocaille-parfum van Caron slenterde die de herinnering van haar moeder omvatte.

Van alle dingen die ze wist of zich herinnerde van haar moeder, en alle dingen die ze zich níét herinnerde, wist Lorna één ding zeker: de liefde voor schoenen was beslist erfelijk.

Ze haalde de Delmans langzaam uit de doos. De herinnering van het afgeven van haar creditcard en het wachten – als een roulettespeler die alles op rood had gezet – op de ja of nee van die verre Creditcard Roulette Goedkeuringscommissie, zette ze van zich af.

Deze keer was het ja geweest.

Ze had het strookje ondertekend, en zichzelf beloofd dat, ja, natuurlijk ging ze deze schoenen afbetalen! Geen probleem! Haar volgende salaris zou naar deze schoenen gaan. En dat terwijl ze de houding aannam van iemand die na elk creditcardafschrift betaalde en wier hebben en houden niet elk moment door Visa in beslag kon worden genomen.

Pffff.

Ze had het andere stemmetje genegeerd dat zei: ik moet dit niet doen, en ik beloof hier en nu aan God en iedereen dat als deze afschrijving lukt, ik nooit meer geld uit zal geven dat ik niet heb.

Ze kon maar beter niet aan de gevolgen denken.

Als je met wegduwen van onaangename gedachten over geld calorieën verbrandde, zou Lorna nu maatje 32 hebben gehad.

Ze hield de schoenen een paar minuten lang bewonderend in haar handen en trok ze daarna aan.

Ahh.

Magisch.

Genot dat, mits ze er goed voor zorgde, een leven lang mee zou gaan. Genot waarvoor ze áltijd klaar en in de stemming was.

Wat maakte het uit dat ze ze met haar creditcard had moeten betalen? Met haar volgende salaris zou ze iets aan haar schuld kunnen doen. Binnen – wat? – een aantal jaar, misschien drie, mogelijk vier op zijn hoogst – en dat was als ze niet eens al te strikt was met haar uitgaven – zou de schuld compleet verdwenen zijn.

En deze Delmans zouden dan nog net zo fantastisch zijn als nu. En waarschijnlijk twee keer zoveel waard. Misschien zelfs meer. Ze waren tijdloos. Klassiekers.

Een goede investering.

Nauwelijks had Lorna, gezeten in de woon-/eetkamer van haar kleine appartement in Bethesda, Maryland, die gedachte geformuleerd, of de lampen gingen uit.

Ze dacht even dat het elektriciteitsbedrijf haar had afgesloten. Maar nee... ze had nog vrij recentelijk de rekening betaald. Had ze een onweersbui gemist? De zomers in Washington stonden erom bekend warm en drukkend te zijn, en deze vroege augustusdag vormde geen uitzondering. Burgers als zij betaalden maandelijks voor elektriciteit die zo nu en dan – als de zomer op zijn heetst was – uren kon uitvallen, soms zelfs meer dan een dag lang.

Ze stond op van de sofa en wankelde op haar Delmans naar de telefoon op het haltafeltje. Ze belde het energiebedrijf in de veronderstelling dat ze te horen zou krijgen dat het elektriciteitsnet overbelast was door het overmatige aircogebruik en dat de stroom snel weer aan zou gaan. Misschien ging ze even naar het winkelcentrum om daar een uur of twee in de koelte door te brengen voordat ze naar haar werk zou gaan, mijmerde ze terwijl ze het nummer intoetste op haar oude roze vaste telefoontoestel waardoor ze vanaf haar twaalfde geheimen gefluisterd had.

Tien minuten en een stuk of veertien keuzemenu’s van het automatische systeem later, gaf een medewerker van het energiebedrijf – die zich mevrouw Sinclair noemde, zonder voornaam – Lorna het antwoord dat ze diep vanbinnen gevreesd had.

‘Mevrouw, uw stroom is wegens wanbetaling afgesloten.’

Oké, ten eerste was de manier waarop ze ‘mevrouw’ zei ontzettend minzaam. En ten tweede, wanbetaling? Dat was niet mogelijk. Het was toch nog maar een paar weken geleden dat ze een aantal avonden grote fooien had gehad en toen ze thuiskwam een stapel rekeningen had betaald? Wanneer was dat ook alweer geweest? Midden juli, zoiets? Begin juli? Zeker ná de vierde, in elk geval.

Of wacht, misschien was het vlak na Memorial Day, eind mei. Een van die feestdagen waarop mensen vaak barbecues gaven. Ze had die schattige roze Gucci-sandalen aangehad.

Twijfelend keek ze naar het tafeltje bij de deur met de stapel post – die groeide zo snel – en vroeg schalks: ‘Wat staat er als laatst ontvangen betaling op uw scherm?’

28 april.’

Als een kalender aan het begin van een slechte film uit de jaren dertig, bladerden haar gedachten terug. Oké, ze had in juli die meevaller gehad, maar misschien had ze die keer niet haar elektriciteitsrekening betaald. Misschien had ze de keer daarvoor betaald, en dat was... juni? Of misschien wel zo lang geleden als mei?

Maar niet april! Nee! Onmogelijk. Ze wist zeker dat er een fout gemaakt was. ‘Dat is onmogelijk! Ik...’

‘We hebben 15 mei een herinnering gestuurd, en een op 5 juni,’ zei mevrouw Sinclair op afkeurende toon, ‘en op 9 juli hebben we een afsluitingsbericht gestuurd, waarin we u waarschuwden dat als we vandaag geen betaling hadden ontvangen, uw stroom zou worden afgesloten.’

Oké, ze herinnerde zich wel vaag dat ze op een gegeven moment helemaal klaarzat om haar rekeningen te betalen toen ze van Nordstrom bericht kreeg over hun halfjaarlijkse uitverkoop.

Wat een geweldige dag was dat geweest. Die twee paar Bruno Magli’s waren een koopje. Zo comfortabel dat ze er een kilometer op zou kunnen rennen.

Maar de maand daarop had ze beslist de rekening betaald.

Zeker weten.

Toch?

‘Wacht even, ik kijk even in mijn administratie.’ Lorna haastte zich naar haar computer en drukte op het aan-knopje, waarna ze een volle vijf seconden wachtte voordat ze zich realiseerde dat de computer, waar haar betalingsafschriften op stonden, op dezelfde elektriciteit liep die de prikkelbare mevrouw aan de andere kant van de lijn haar onthield. ‘Ik zou het me toch zeker wel herinneren als u een afsluitingsbericht had gestuurd?’

‘Hm mmm.’

Het kostte geen enkele moeite om zich mevrouw Sinclair voor te stellen als een vervelende kleine trol met een krenterig hoofd en krullend haar die op een brug stond. Wil je elektriciteit? Dan moet je eerst langs mij. Los dit raadsel op: wanneer heb je voor het laatst je energierekening betaald?

Lorna slaakte een geïrriteerde zucht en pakte haar portemonnee. Ze had dit eerder meegemaakt. ‘Oké, laat maar, vertel me maar gewoon wat het kost om weer elektriciteit te krijgen. Kan ik over de telefoon betalen?’

‘Ja. Het is achthonderdzeventien dollar en zesentwintig cent. U kunt met Visa, MasterCard of Discover betalen.’

Het duurde even voor het tot Lorna doordrong. Fout. Fout. Dit kon niet kloppen. ‘Achthonderd dollar?’ herhaalde ze verdwaasd.

‘Achthonderdzeventien en zesentwintig cent.’

‘Maar in juni ben ik een hele week weg geweest.’ Ocean City. Een week vol espadrilles en Griekse schoentjes met linten die haar het gevoel gaven dat ze in het Middellandse Zeegebied op vakantie was. ‘Hoe kan ik nou achthonderd dollar aan elektriciteit verbruikt hebben? Dat kan niet kloppen.’ Er móést iets fout zijn gegaan. Ze hadden vast de rekening van iemand anders met de hare verwisseld. Dat zou het zijn.

Misschien was het de gemeenschappelijke rekening van de hele verdieping van het gebouw.

‘Dat is inclusief heraansluitingskosten van honderdvijftig dollar en een waarborg van tweehonderdvijftig dollar, boven op uw rekening van driehonderdnegenentachtig dollar en drieënveertig cent en een rente van achttien dollar en...’

‘Wat zijn heraansluitingskosten?’ Dát had ze nog niet eerder hoeven betalen.

‘De kosten voor het heraansluiten van uw stroom nadat die afgesloten is.’

Dit was ongelooflijk. ‘Waarom?’

‘Mevrouw Rafferty, we hebben uw stroom af moeten sluiten en nu moeten we het weer aansluiten.’

‘Dat is toch niet meer dan een schakelaar omzetten, neem ik aan?’ Ze zag de krenterige mevrouw Sinclair al naast een grote tekenfilmachtige aan-/uit-knop zitten. ‘En daar vragen jullie honderdvijftig dollar voor?’

‘Mevrouw’ – weer dat minzame toontje – ‘u kunt zeggen wat u wilt, als u weer stroom wilt hebben, zal dat u achthonderdachttien dollar en drie cent kosten.’

‘Ho, wacht eens even,’ onderbrak Lorna haar. ‘Een paar seconden geleden zei u nog dat het achtzeventien-nogwat was.’

‘Het scherm is net ververst en de rente van vandaag is zojuist aan uw rekening toegevoegd.’

Het begon warm te worden in het appartement. Het was niet duidelijk of dat door het uitvallen van de airco kwam of omdat Lorna gefrustreerd raakte door mevrouw Sinclair, over wie ze nu besloten had dat ze waarschijnlijk niet getrouwd was en deze kans had gegrepen om mevrouw aan haar identiteit vast te plakken ondanks het feit dat ze in geen jaren seks had gehad, áls ze dat al ooit had gehad.

Ze heette waarschijnlijk niet eens Sinclair. Dat gebruikte ze vast alleen als pseudoniem zodat mensen haar niet thuis op zouden zoeken en vermoorden nadat ze haar door de telefoon gesproken hadden.

‘Kan ik met uw leidinggevende spreken?’ vroeg Lorna.

‘Ik kan u binnen vierentwintig uur terug laten bellen, mevrouw, maar dat zal niets aan uw rekening veranderen.’

Behalve natuurlijk de toegevoegde rente tegen de tijd dat ze contact met haar opnamen.

Lorna pakte haar Visa uit haar portemonnee. Die was feitelijk nog warm van de aankoop van de Delmans. ‘Best.’ Het gevecht was voorbij. Lorna had verloren. Ze leek verdomme de héle oorlog wel te verliezen. ‘Ik gebruik mijn Visa.’ Aangenomen dat ze daar nog van mocht afschrijven dan.

Een fractie van een seconde leek er bevrediging door de lijn van mevrouw Sinclair naar Lorna toe te kraken. ‘En de naam zoals die op de pas staat...?’

***

Nadat ze de telefoon had opgehangen, ging Lorna de stapel post bij de deur eens bekijken om te zien of er écht een afsluitingsbericht tussen zat. Op de een of andere manier was ze er tot dan toe half van overtuigd geweest dat er een fout was gemaakt.

Er was inderdaad een fout gemaakt. Tegen de tijd dat ze alle enveloppen had geopend, was er zelfs sprake van een akelig grote stapel fouten, allemaal háár fouten.

Om eerlijk te zijn wist Lorna al een tijdje dat ze die zooi door moest nemen. De stapel lag daar maar te branden bij de deur, en ze had hem proberen te negeren, net als de doffe steek die ze in haar maag voelde elke keer dat ze erlangs liep of dat ze midden in de nacht wakker lag en eraan dacht als ze niet kon slapen. Ze had het geld niet om de rekeningen te betalen, maar ze had altijd het gevoel dat ze het binnenkort zou hebben. Het volgende salaris, of een goede fooienavond. Maar haar uitgaven liepen de spuigaten uit, en dat wist ze.

Ze wist alleen nog niet hoe vreselijk het uit de hand was gelopen.

Wat deed ze in hemelsnaam met al dat geld?

Ze was niet kwistig met haar geld. Ze ging bijna nooit uit en ze zat heus niet de hele dag te niksen met een glaasje Dom Pérignon in haar hand. Het enige wat ze kocht dat, eventueel, als geen primaire levensbehoefte beschouwd kon worden, was hier en daar een paar schoenen. Als je schoenen geen noodzaak zou kunnen noemen.

Natuurlijk, zo nu en dan als ze écht geweldige schoenen zag, kocht ze een extra paar. Zoals met die Magli’s afgelopen zomer. Maar een paar kostte slechts een fractie van haar huur. Dat konden toch onmogelijk tienduizenden dollars zijn?

Tot dan toe had ze altijd gedacht dat ze de schuld zou inlossen. Er zou geld binnenkomen, en dan zou ze de rekeningen doorlopen en kwam alles goed. Ze had weleens avonden met fooien van tweehonderdvijftig dollar, soms zelfs driehonderd dollar, in het restaurant. In augustus was het altijd rustig in restaurants, maar zodra het weer september werd, zou ze geheid veel gaan verdienen.

Maar toen ze naar de rekeningen keek werd het haar overduidelijk dat ze nooit genoeg zou verdienen om deze schulden af te betalen. Ze kreeg boetes voor te laat betalen, boetes voor limietoverschrijdingen, administratiekosten... twee van haar vijf creditcards hadden hun rentepercentage verhoogd tot nog nét geen dertig procent. Van de minimumafbetaling van 164 dollar van eentje, was 162 dollar zuiver rente. Zelfs Lorna wist dat als ze het geleende bedrag met maar twee dollar per maand verminderde, het tientallen jaren zou gaan duren.

En dat was alleen als ze haar pas niet meer gebruikte...

Ze had een probleem.

Ze zat diep in de schulden.

Het was zo makkelijk begonnen tijdens haar eerste jaar aan de universiteit, met een klantenkredietkaart van Sears die het warenhuis zo vriendelijk was haar toe te sturen. Aangezien ze uiterst gerieflijk was opgegroeid in de chique voorstad Potomac, Maryland, was ze er altijd van uitgegaan dat ze niet alleen die welgestelde voorstedelijke levensstandaard zou bereiken, maar er zelfs bovenuit zou stijgen. Het was het beginpunt, niet het hoogtepunt van haar leven.

Dus toen ze de creditcard kreeg, leek het gewoon gepast om te gaan winkelen en een paar kleine aankopen te doen die ze zelf zou betalen.

Haar eerste aankoop was een paar rode Keds. Ze had ze zien staan op de perspex stelling en zag zichzelf onmiddellijk voor zich in de haven van Chesapeake Bay met haar vrienden, haar huid gebronsd door de zon, haar blonde haar glanzend als het plaatje op een doosje van Clairol Hydrience 02 Strandblond, haar nieuwe vriend – de zoon van een rijke familie die autobedrijven door heel Washington bezat – die zo gek op haar was dat hij haar ten huwelijk vroeg en ze nog lang en gelukkig zouden leven.

Voor slechts 11 dollar en 99 cent, plus 5 procent btw en amper 16 procent rente op de Sears-pas, leken die Keds een goede investering. Ze zou ze afbetalen voordat het eerste afschrift binnenkwam.

Maar onderweg de winkel uit trokken nog een aantal dingen haar aandacht; de nieuwe Sony-walkman voor negenennegentig dollar was een koopje, en wie zou het haar misgunnen één klein stel zilveren oorbellen te kopen, alsjeblieft zeg, ze hadden de vorm van kleine teenslippertjes...

Helaas had Lorna íéts te weinig geld toen het tijd werd om haar rekening te betalen, en het vriendje had haar een paar weken later gedumpt nadat hij haar op haar eigen verjaardagsfeest op een spectaculaire manier bedrogen had met haar beste vriendin. Tijdens de zomer had ze verscheidene uitzendbaantjes gehad die allemaal binnen waren, dus het kleurtje was nooit gekomen, en haar haar was uitgegroeid naar lichtbruin dat dun en slap was van de kunstmatige omgeving van kantoorgebouwen, in plaats van het gesponnen goudblonde dat ze aantrekkelijk om haar gezicht had zien wapperen op de boeg van de boot die naar lang en gelukkig voer.

Maar tegen het najaar had ze een man ontmoet, die dol op salsadansen was. Het schoeisel was geweldig. Stiletto’s, schoenen met gespjes, hij was een droom die werkelijkheid werd. Het was niet goedkoop, maar wie kon een prijskaartje aan een droom hangen?

Natuurlijk eindigde die droom ook weer, en ontwaakte Lorna en maakte ze haar opleiding af als vrijgezelle meid. Wat niet wil zeggen dat er in die tijd geen fantastische schoenen waren; ze kreeg studiepunten voor ballet (ze kwam niet zover dat ze spitzen aan mocht, maar de balletschoenen waren ook leuk), jazzdansen (daarvoor had je zowel jazzschoenen met doorlopende zool en met splitzool, als laarzen), en tapdansen (luidruchtig lakleer!). Ze kon voor geen meter dansen, maar de schoenen, de schóénen!

Dus stapte Lorna stevig door naar de toekomst in het ene na het andere paar passende schoeisel, in de eeuwige hoop dat ze eindelijk de sprookjesprins zou tegenkomen die bij de schoen paste. Dan zou Lorna het gemakkelijke luxe leventje leiden waarin ze was opgegroeid; twee of drie kinderen, een golden retriever, een inloopkast in haar slaapkamer, en geen geldproblemen.

Maar zo was het niet gegaan. Vriendjes kwamen en gingen. En kwamen en gingen. En kwamen en gingen, en mensen zeiden allang niet meer: ‘Je bent zo jong, je moet je nog niet vastleggen!’ Nu zeiden ze: ‘En... wanneer ga je je nou eens settelen?’ Toen ze haar meest recente vriendje dumpte (de lieve, maar oersaaie advocaat George Manning) had haar collega Bess haar voor gek uitgemaakt en gezegd: ‘Hij is dan misschien saai, maar hij draagt wel Brooks Brothers en betaalt de rekeningen!’

Maar dat was Lorna niet genoeg. Ze kon niet bij de verkeerde vent blijven alleen maar omdat hij financiële zekerheid bood, hoe verleidelijk financiële zekerheid ook was. Dus leefde ze alsof hét antwoord – hét wonder dat haar lei schoon zou vegen – elk moment om de hoek kon opduiken. De oplossing stond altijd op het punt van verschijnen, in haar hoofd.

Daardoor had Lorna lang niet zoveel gedaan als eigenlijk had gemoeten om zelf oplossingen te zoeken en haar uitgavenpatroon te veranderen voor het de spuigaten uit liep. Zoals de gokker die de inleg blijft verdubbelen met het idee dat het grote hoogtepunt statistisch gezien móést komen, bleef Lorna haar problemen verdubbelen tot ze nu uiteindelijk besefte dat ze hoe dan ook verliezende kaarten in haar hand had.

Ze zat in een erg echte crisis. Als er niets veranderde, en snel, zou ze blut zijn.

Niet alleen ik kan die sandalen met gespjes niet kopen, blut, en zelfs niet de komende maanden bonen met rijst als avondeten, blut, maar serieus golfkarton is warmer dan triplex bij temperaturen onder het vriespunt dus ga bij Sears rondhangen en zorg dat je een koelkastdoos bemachtigt voordat alle goeie weg zijn, blut.

Ze moest iets doen.

En snel.